INFO | |
NEAL BLACK (US) my space MASON CASEY (US) my space THE MAPLE website |
review: Yvan B
photo©Tino comments: mail |
CONCERT REVIEW | |
Na een paar mislukte starten wegens een gecancelde tour en een verzette datum was het eindelijk zover dat het eerste concert van 2010 kon plaatsvinden. De Maple had vanavond Neal Black band & Mason Casey op het podium staan . Deze mensen zijn niet zo bekend bij ons , want van de 23 optredens die hun tour telde waren er maar 2 in onze contreien . Ik had de in Frankrijk wonende Texaan Neal Black al bezig gezien als gitarist bij ” Nina van Horn “ en eens samen met Nico Wayne Toussaint , de Franse harmonicaspeler , en zijn speelstijl beviel me wel . Mason Casey kende ik in het geheel niet , maar na wat opzoekingwerk op het net en een geleende CD had ik zo een beeld kunnen vormen van de man uit New York , die regelmatig samenwerkt met Poppa Chubby en Amsterdam als geliefkoosde Europese stek heeft . De aftrap werd om stipt 21 uur gegeven en tot de verwondering van het Maple-team was het weer vollen bak . De kaarten waren niet vlot de deur uitgegaan wegens concurrentie van Manfred Mann op een paar boogscheuten van The Maple . De late beslissers hadden hun keuze erg laat gemaakt en een min of meer onbekende bluesband verkozen boven een gereputeerde rockband . Ze zullen het zich niet beklaagd hebben achteraf want van bij het begin had ik al het gevoel : dat zit goed . De twee frontmannen zongen afwisselend hun eigen repertoire en dit voelde echt aan als ying en yang . Neal met zijn rauwe hese stem bracht onder andere : “Judgement day” , het bullfrog-achtige “Jail in San Antone” en het zeer emotionele “ I’ll fly away” . Mason met een heldere stem en een verrassend goed tot zelfs super harmonicaspel bracht dan weer : “ 2 Trains “ , “ Lucille “ en “ Serve you right “ . Uptempo en lowdown werden goed afgewisseld en de heren kregen in een mum van tijd het publiek op hun hand . Bij “ Who do you love “ mocht een steengoede “ American in Paris “ : Kim Yarbrough , zijn baskunsten laten bewonderen en er waren basspelers aanwezig in het publiek die letterlijk stonden te kwijlen. En ja , er was ook nog een “Parisien” in het gezelschap , drummer Vincent Daune , die niet onaardig de “ potten en pannen “ beroerde . Tijdens de break werden er een pak C.D’s verkocht , altijd een teken dat de show goed bevonden we rd door de aanwezigen en een opsteker voor de band om daarna nog beter te presteren. Deel twee bevatte nog meer afwisseling: “ Pink Chain Saw “ was een mix van blues , country en metal , maar dan met grove brokken , om dan over te schakelen naar “ Cuban groove” , prachtig gebracht op een “ cromatiek “ . Bij “ Poor Boy “ en “Sadie “ kreeg ik het gevoel dat Gary Primich een grote inspiratiebron geweest is voor Mason , om dan bij “ Startin up from the bottom “ ineens visioenen over Grace Jones te krijgen . Nee ik rook geen” reefers” , maar misschien zaten de mooie dames die plaatsgevat hadden naast mij er voor iets tussen ? Na “ Handfull of rain “ en “ Voodoo Boogie “ van Neal’s laatste CD kwamen helaas de bisnummers , waarbij de Flying V bovengehaald werd . Voor het publiek mocht het nog wel even doorgaan , het was of er niemand hoefde te werken op dinsdagmorgen . Toch kregen we Mason zo ver om een extra toegift te brengen in acoustic solo : “ Back to Amsterdam “( I’m a reefer smoking man ). De klok stond dan al gevaarlijk dicht bij middernacht . Het is altijd plezant om een band die vrij onbekend is bij het gros van de bluesliefhebbers en/of ondergewaardeerd bij de kenners , een pracht van een visitekaartje te weten afgeven met de vermelding : we staan klaar om in eerste divisie te spelen ! |
|